Als ik nu in de spiegel kijk, zie ik een sportief en slank lichaam. Ik zie een vrolijk gezicht met levenslust in de ogen. Ik zie blond haar en blauwe ogen. Nu zie ik dit allemaal. Maar dat is niet altijd zo geweest. Ooit zag ik dikke benen en een blubberig buikje. Ik zag en voelde overal vet. Toch was dit hetzelfde lijf. Destijds was dit lijf alleen veel dunner dan wat het nu is. Hoe kon ik dit zien? En waarom zie ik het nu anders?
Nee, dit is geen ‘Transformation Tuesday’. Dit artikel gaat over het accepteren van je lichaam. Zoals ik in de inleiding al beschrijf, heb ik niet altijd mijn lichaam kunnen accepteren. Meer dan acht jaar geleden walgde ik van mijn lijf. Ik was nergens tevreden mee. Ik zag zelfs dingen die er niet waren. Ik zag dikke benen en overal vet. Ik haatte mijn buik en vond mijn gezicht niet mooi. Maar hoe is dit zo ontstaan? Waarom kon ik mijn lichaam niet accepteren?
Gek genoeg begon dit hele probleem niet aan de buitenkant, maar aan de binnenkant. En daarmee heb ik meteen de sleutel in het hele proces van het accepteren van je lichaam al meteen benoemd. Want als dat aan de binnenkant begint, dan eindigt het daar ook. Ik was bang om te leven, om zichtbaar te zijn en verantwoordelijkheid te dragen. Ik durfde niet te zeggen wat ik dacht en niet te doen wat ik wilde. En eigenlijk wist ik niet eens wat ik vond en wat ik voelde. Ik was onzeker, angstig en ik schaamde me. Ik stelde torenhoge eisen aan mezelf. Ik had behoefte aan houvast en controle. Door niet (of weinig) te eten voelde ik eventjes een schijncontrole. De focus legde ik vervolgens niet op mijn binnenkant, maar op mijn buitenkant. Mijn lichaam werd mijn richtlijn. Ik wilde (letterlijk en figuurlijk) onzichtbaar en klein worden. Dan zou ik me vast minder angstig voelen en zou alles gemakkelijker zijn.
Ik viel ontzettend veel af. Uiteindelijk werd ik graatmager. Maar ondanks alles kon ik dat (bijna) nooit zien. Nog steeds zag ik een verschrikkelijk dik en groot lichaam in de spiegel. Bij vlagen zag ik hoe mager ik was. Dan mocht mijn moeder geen foto’s van me maken en schaamde ik mij voor mijn magere lijf. Maar dat besef kon zo weer weg zijn. Mijn lichaamsbeeld was vertekend. En mijn angsten? Die werden alleen maar groter. Het leven werd alleen maar ingewikkelder. Uiteindelijk was ik zo ongelukkig dat er iets moest veranderen. Ik ging in therapie en werkte aan mezelf. Bij het herstellen van deze eetstoornis hoorde ook het aankomen in gewicht. Dat was nodig. Echter was het (niet) eten en het vertekende lichaamsbeeld een gevolg van datgene wat er binnenin mij gebeurde. Het was dus niet de oorzaak.
Ook tijdens het herstel van mijn eetprobleem vond ik het moeilijk om mijn lijf te accepteren. Ik kwam aan en zag niet meteen dat dit mooier of beter was. Hoe kon ik ooit weer gelukkig zijn met een gezond gewicht? Nog steeds leek alles beter en mooier te zijn wanneer ik graatmager was. Toch ben ik gelukkiger met mijn huidige gewicht dan toen op dat dieptepunt. En waarom? Omdat er van binnen zoveel is veranderd.
Ik heb geleerd dat ik fouten mag maken, dat het niet altijd perfect hoeft. Ook ben ik erachter gekomen dat iedereen anders is en dat dit oké is. Ik hoef niet te zijn zoals de rest. Natuurlijk is iedereen weleens onzeker op een bepaald gebied. En ook dat is oké. Dat mag er zijn. Alleen jezelf hiervoor straffen of lelijk tegen jezelf praten, werkt niet. Daar ga jij je uiteindelijk niet beter door voelen. Ook hangt geluk niet af van een slanker lijf. Hoewel je misschien denkt dat je gelukkiger zult zijn met een kilo minder, dat is (vaak) niet zo. Je bent echt niet gelukkiger wanneer je gespierder bent. Geluk hangt af van andere aspecten.
Natuurlijk heb ik niet één gouden oplossing, waardoor je jouw lichaam leert accepteren. Wel kan ik tot slot een aantal tips delen die mij destijds hebben geholpen en waar ik af en toe nog steeds iets aan heb.
- Focus je eens op wat je lijf kan en op hoe gezond je bent. Door deze graadmeter te gebruiken kijk je op een andere manier naar je lichaam. Toen ik ondergewicht had, was ik niet gezond. Ik kon ook niet veel. Ik was snel moe, mijn lichaam deed pijn en toonde haar gebreken. Nu loop ik marathons, heb ik energie en moet ik mezelf afremmen. Ik ben bijna nooit ziek en voel me fit. Daar ben ik zo dankbaar voor!
- Tijdens de periode waarin ik aan moest komen in gewicht, hielp het mij om mijn lichaam te zien als motor. Wanneer deze geen brandstof krijgt, werkt het niet. Ik probeerde op die manier goed voor mijn lijf te zorgen en het aan te vullen met voldoende energie, zodat het bleef draaien.
- Wees je eigen beste vriendin. Dit klinkt natuurlijk super zweverig. Dat vond ik ook altijd, maar toch heeft het me wel erg geholpen. Iedereen in jouw leven komt en gaat. Je bent nooit je hele leven lang samen met dezelfde personen (dan bedoel ik van geboorte tot sterfbed). Met jezelf moet je altijd door één deur. Je kunt dus maar beter lief voor jezelf zijn, want dat maakt het leven een stuk gemakkelijker.
- Werk aan jouw binnenkant: doe wat jij leuk vindt en maak je eigen keuzes. Bewandel jouw eigen pad. Zorg voor succesmomenten en wees trots op de dingen die je doet. Op deze manier krijg je meer zelfvertrouwen en zul je automatisch op een meer positieve manier naar je lichaam gaan kijken.
Herken jij je in dit verhaal? Wanneer je problemen hebt met eten of een verstoorde relatie is het belangrijk om dit serieus te nemen. Hoe groter je eetprobleem wordt, des te moeilijker het wordt om er vanaf te komen. Je mag altijd een berichtje sturen indien je vragen hebt (info@japkejanneke.nl), maar je mag natuurlijk hieronder ook een reactie achterlaten.