Sporten wordt gezien als iets dat goed is voor iedereen. Maar is dat wel altijd zo? Tijdens mijn eetstoornis, ruim tien jaar geleden, was sporten mijn obsessie. Ik was er compleet in doorgeslagen. Na mijn herstel wilde ik weer op een gezonde manier gaan sporten. Maar hoe doe je dat? Heb ik nu een gezonde balans in sport gevonden? En hoe weet ik dat zo zeker?
Hoe gezond is mijn balans?
De laatste tijd krijg ik heel veel vragen over dit onderwerp. Niet alleen over hoe je een gezonde balans in sport kunt vinden, maar ook of ik die zelf eigenlijk wel heb gevonden. Want heel eerlijk: ik sport veel. Dat weet ik. Ook weet ik dat ik dit altijd een gevoelige plek voor mij zal blijven.
Momenteel sport ik gemiddeld vijf keer per week. Er zijn weken bij dat ik drie keer ga, maar in sommige weken bijna iedere dag. Dat is veel. In hoeverre is dit nog gezond? En wie bepaalt wat gezond is? Het zijn hele lastige vragen, die mij (terecht) vaak worden gesteld. Het verschil zit voor mij in de redenen waarom ik sport, wat ik ervan laat afhangen en hoeveel prioriteit ik het geef. Momenteel sport ik vooral om bepaalde doelen te behalen. Ik vind het leuk om sneller, beter en sterker te worden. Ik train voor tien kilometers, halve marathons en daarna hoop ik weer een hele marathon te lopen. Die marathon wil ik graag sneller dan ooit zijn en daarvoor wil ik graag mijn trainingen doen.
Gelukkig sport ik (bijna altijd) vanuit plezier en niet omdat het moet van mezelf. De focus op een gezond en fit lichaam is er nog wel. Maar hoe moeilijk is het om dit los te laten? Het verschil met tien jaar geleden is dat ik mijn geluk niet ophang aan mijn gewicht, buik- en bilspieren of slanke benen. Mijn geluk vind ik binnen in mijzelf in plaats van aan mijn buitenkant. Ook hang ik mijn geluk niet op aan mijn sportprestaties.
Daarnaast is sporten voor mij een grote passie, manier van ontspannen en uitlaatklep. Door te sporten voel ik me (bijna) altijd beter. Wanneer ik een rotdag heb, maar ook wanneer ik al een topdag heb. Het maakt me blij en ik voel me energiek. Ik kan nu op het goede moment aanvoelen wanneer ik een verkeerde beweegreden gebruik. Door hier alert op te blijven, hoef ik niet bang te zijn om weer obsessief te worden met sporten.
Of mijn balans altijd gezond is? Nee, zeker niet. Ik merk aan mezelf echt weleens wanneer ik met een verkeerde reden ga sporten. Soms is het een manier van controle, soms is het om onrust weg te nemen of om rust in mijn hoofd te creëren. Het is voor mij een hele belangrijke coping. Ook dit hoeft niet altijd ”ongezond” te zijn. Sterker nog: ik denk dat heel veel mensen hier baat bij zullen hebben, omdat het soms beter is dan andere vormen van coping.
Toch kan het ook een valkuil zijn. Wanneer je gevoelig bent voor doorslaan in het sporten of obsessief worden, zul je graag willen weten hoe je een gezonde balans kunt vinden. De volgende vragen kunnen je helpen om je bewust te maken van je beweeggedrag en het vinden van een gezonde balans.
Waarom sport je?
Vraag jezelf af waarom je sport en wees hierin heel eerlijk naar jezelf. Door dit in kaart te krijgen en te houden, blijf je bewust van je beweegredenen.
Welke gedachten spelen er op wanneer je gaat sporten?
Moet je van jezelf bijvoorbeeld minimaal zoveel calorieën verbranden? Of minimaal zoveel minuten bewegen? Moet je altijd verder, langer en sneller?Probeer deze gedachten eens te bekijken en er een nieuwe gedachte voor in plaats te bedenken. Hoe flexibel kun je hierin zijn?
Word je echt blij van je sport?
Doe je iets wat je leuk vindt? Of moet het van je zelf? Hoe gelukkig voel je je? Toen ik obsessief bezig was met sporten, werd ik er echt niet meer blij van. Het was vooral een ”moetje”. Ik deed zelfs trainingen in de sportschool, terwijl ik dat echt niet leuk vind.
Hoe flexibel ben je rondom je sport?
Wat gebeurt er als je eens een dag niet kan sporten? Is er dan blinde paniek? Of baal je er even van en kun je het relativeren? Hoeveel moet er in je agenda wijken voor jouw sport? Hoe flexibel kun je omgaan met je sportieve activiteiten?
Deze vragen helpen mij altijd om me bewust te maken van een gezonde balans in sport. Wanneer ik opmerk dat ik minder gezonde gedachten heb rondom het sporten of vooral moet van mezelf, trek ik meteen aan de bel. Ik probeer dan liever voor mezelf te zijn, mijn gedachten over mezelf en rondom het sporten te relativeren. Minder sporten is goed, maar een training overslaan is ook helemaal geen probleem. Hierdoor blijf ik het plezier behouden en voorkom ik dat ik obsessief sport.
Vind jij het lastig om een gezonde balans in sport te vinden? Ik ben benieuwd of het herkenbaar is!